caspermiek.reismee.nl

New Plymouth

Ja hoor, daar zijn we weer! Met bijna de laatste update, we naderen nu echt het einde van onze reis. Maar ik zou nog vertellen over onze laatste "great walk", de Abel Tasman track. Maar dan moet ik eerst zeggen dat dit in ons reisplan eigenlijk niet de laatste Great Walk was. We zouden ook nog de Heaphy track gaan lopen. En die hadden we voor het gemak aansluitend geboekt aan deze tocht, met een ingewikkelde busconstructie om weer terug bij de auto te komen. Dat hadden we thuis bedacht, maar bleek in de praktijk toch iets teveel van het goede: voor 8 dagen spullen mee, brander, pannen, gedeelte van het eten, slaapzak, kleren etc en dan 8 nachten overnachten in basale hutten zonder douche en veel snurkende mensen en zo. Bovenden was het door alle transportkosten best een dure tocht, en is de Heaphy ook nog eens de zwaarste (vandaar de naam :-) ) met vier dagen van meer dan 20 km en hoogteverschilen van tegende 1000 meter. En we waren het slapen in die hutten wel een beetje zat ook. Dus de Heaphy hebben we gecancelled, en de laatste dag Abel Tasman ook. Nu konden we lekker relaxed op pad voor vier dagen lopen en aan het eind met een watertaxi in een uurtje terug naar de auto!

De etappes bij Abel Tasman zijn heel goed te doen: ca 3-4 uur op een dag en weinig hoogteverschillen. Je komt langs heel veel hele mooie stranden, dus hoopten we op goed weer, en dat werd het ook. Dus een eindje lopen, spullen in de hut en lekker naar het strand. Onderweg veel mensen zonder bepakking die zich door een watertaxi lieten droppen en dan een stuk liepen en weer werden opgepikt. Valsspelers.... De eerste hut was ook aardig rustig, al waren er wel veel kinderen in de hut die zich niet allemaal aan de hut etiquette hielden.... Wij hadden geluk met onze kamergenoten, twee andere rugzakkers. Aardige mensen trouwens. Ze waren profvolleyballers geweest, dus dat schept een band (:-))) De volgende nacht sliepen wij met een van de gezinnen op de kamer. Het rustige gezin dachten wij, totdat moeder 's nachts hardop en lang in gesprek ging met een van de dochters! We kregen de indruk dat het binnen het gezin niet zo goed ging.... De Tjechische en Amerikaanse volleyballers sliepen echter met het drukke gezin en hadden geen oog dicht gedaan. 'S ochtends hebben we tips uitgewisseld hoe we de volgende nacht zouden overleven.... Prachtige wandeling weer, met een oversteek van een inlet, een soort slufter die bij eb deels droogvalt. Mooi! Bij de laatste hut bleek dat er weinig mensen in de hut zouden zitten. De volleyballers besloten een dag eerder te stoppen. De jongen hield helemaal niet van tochten maken maar had het voor haar gedaan. Nu was hij er helemaal klaar mee. Wij gingen in een bunk voor 10 personen maar leken die voor onszelf te hebben. Twee andere mensen in de andere bunk. Maar toen kwam het gezin van de vorige nacht er aan, en de twee meisjes wilden perse bij ons op de kamer want wij waren zo aardig! Waren trouwens ook ontzettende leuke kinderen, maar dat terzijde. Gelukkig kwam de ranger en die vertelde dat er nog een verborgen bunk was. Daar bleek het gezin prachtig in te passen! Dus de hele bunkroom voor onszelf! 'S avonds met het gezin heel gezellig zitten kletsen, spelletje Uno gedaan met de meisjes, Judy en Emily van 5 en 7, die hebben ook nog kappertje gespeeld met het haar van de twee duitse medebewoners en zo werd het een hele leuke avond. 'S nachts ging het nog even stormen. De volgende ochtend was de storm over, maar de regen kwam nog wel door de rivier naar beneden. Laten wij die rivier nou over moeten steken...En niet per brug dit keer. Normaal kon je 2 uur voor en na laag tij goed oversteken, maar door de hoge rivierstand leek dat wat lastig. We zagen twee mannen het proberen, op een beetje de verkeerde plek, en die werden incl rugzak behoorlijk nat. Zo lang mogelijk gewacht maar toen we eenmaal gingen bleek het reuze mee te vallen. Uit voorzorg hadden we onze zwemkleding aangedaan, maar dat was nogal overdreven... Met de watertaxi uiteindelijk terug. Gelukkig kreeg die nog wel een staartje van de storm mee op zee, dus Miek zat weer te genieten van de oversteek. Aan het eind nog gelachen, want de watertaxi schoot vlak bij het strand vrij plotseling op een klaarstaande tractor met trailer, die de watertaxi met ons er nog in vervolgens over de weg naar de parkeerplaats bij de watertaxi reed, grappig! We kregen een lift naar onze auto die wat verderop stond en toen zat ook deze laatste track er op.

We bleven een nachtje in de buurt in Motueka om de volgende dag naar Takaka te gaan. Daar sliepen we in de Shady B&B. Prachtig pand met veel historie (voor NZ begrippen dan) dat door de huidige eigenaar in oude staat werd herstelt. Uit eten geweest voor mijn verjaardag (54!). De volgend dag nog zover mogelijk doorgereden richting Farewell Spit, een enorme uitloper die jaarlijks nog aangroeit en een mooi natuurgebied/strand vormt. Je kan er alleen met een gids echt helemaal naar de punt. Maar de rit naar de basis is prachtig en het gebied heel mooi. Vervolgens teruggereden naar Nelson waar we 's ochtends hebben hardgelopen langs de rivier. Dat viel niet mee, al hadden we een redelijk tempo. Vanuit Nelson via een hele mooi maar bochtige weg langs de fjorden van de Charlotte Sound naar Picton doorgegaan.

Daar zouden we een dagje gaan zeekayakken maar toen we de tocht definitief wilden boeken wisten ze te melden dat het zou gaan stormen en dat we echt niet met onze kayak het water op wilden de volgende dag. Helaas, we hadden ons er wel op verheugd. Wat door de stad gelopen en bedacht wat we de volgende dag dan zouden gaan doen. We hadden wel zin om eindelijk weer eens een wandeling te maken, dus zijn we vanuit ons onderkomen naar "the Snout" gelopen. Een uitloper in de Queen Charlotte Sound met prachtige uitzichten over de fjorden. Onverwacht mooi en redelijk inspannend, want toch wel weer meer dan 17 km en flink op en neer. Inderdaad begon het dlink te waaien, hoewel het pas echt los ging toen we al naar bed gingen. Stormy weather 's nachts, dus met beetje samengeknepen billen naar de ferry om naar het Noordereiland te varen. De Cook Strait staat er om bekend dat het er aardig kan spoken. En toen de kapitein iedereen vroeg om na een uur bij het uitvaren van de Sound als we echt de open zee op gingen een "comfy seat" op te zoeken en daar vooral te blijven zitten omdat het "a little rough" zou kunnen worden had Miek haar ZZZ (zeeziekzakje) vast klaargelegd. Gelukkig deinde het vooral van voor naar achter en niet opzij, dus uiteindelijk viel de overtocht mee. Onze overtochten met de watertaxi van Ulva en bij Abel Tasman waren toch een stuk pittiger geweest, we worden al echte zeelui.

Door Wellington heen direct naar Whanganui gereden, waar we op de Whanganui river zouden gaan kanoen. Je hoort het al: ken je die mop van die mensen die zouden gaan kanoen? Ze gingen niet. Bleek veel te veel gedoe om 1 dag te gaan kanoen, moest je meteen twee of drie dagen, overnachten in hutten, vaak met gids, vervoer er naar toe met een jetboat, stroomversnellingen, krokodillen, o nee, dat laatste niet. Dus hebben we een tochtje op de rivier gemaakt in een fraaie gerestaureerde rivier radar stoomboot. We mochten nog in de machine kamer en hadden aan boord tea met scones. En ja, het was net zo suf als het klinkt. Niet alle uitstapjes zijn even flitsend.....

Wat wel onverwacht leuk was, was een ritje met de lift. Ja, dat klinkt ook suf, maar dit was een lift in een berg. Je moest er met een 230 meter lange tunnel naar toe. In het binnenste van de berg drukte je dan op een knopje, "ring here for elevator", en dan kwam er een mevrouw naar beneden met de lift om je mee naar boven te nemen. Lift uit 1932 of zo, met smeedijzeren hek er voor. Bovenop nog een toren zonder lift, maar 176 traptreden en vervolgens een prachtig uitzicht over de stad.

Vanuit Whanganui naar Hawera. Onderweg een aantal attracties gemist of overgeslagen, want het was noodweer, hele heftige regen. Wel een leuk B&B bij hele aardige mensen waar we bij het ontbijt nog leuk mee hebben zitten praten over duurzaamheid, verdraagzaamheid en de wereld in het algemeen. Geen uitzichten op de vulkaan (Taranaki of Mt Egmont) helaas, alles in dichte wolken gehuld. Lekker gegeten bij een Indiaas restaurant. Toen ze vroegen of wij in India waren geweest en wij antwoorden dat we daar in 1990 waren antwoorden ze heel vriendelijk: "so long ago, we werent even born then!" Nee hoor, dan voel je je helemaal niet oud!

Vanuit Hawera door naar New Plymouth, het Elvis museum moesten we helaas voorbij laten gaan... In New Plymouth naar een leuk park gelopen met een klein dierentuintje. Leuk en mooi opgezet, aapjes, papagaaien, een otter en een meerkat, maar toch horen dieren eigenlijk niet in een dierentuin, hoewel ze het hier wel goed hadden. Voor het ontbijt flink hardgelopen, 9 km deze keer lamgs de coastal walkway. Mooie route, met aan het eind een brug en als je die over was en omkeek dan zag je precies in het verlengde Taranaki! En die was nu onbewolkt en goed zichtbaar, erg mooi! Dat zicht op Taranaki is zo'n beetje de reden om hier naar toe te komen, dus wel fijn dat je dat ook te zien krijgt. Ook nog de plaatselijke bult beklommen. Best een steil en pittig bultje trouwens, waarbij je het laatste stuk wat (makkelijk) moet klimmen met kettingen om je aan vast te houden. Eenmaal boven mooi zicht op de stad, de kust en de haven, en uiteraard weer op Taranaki. Naar beneden toch weer wat lastiger dan omhoog, maar uiteindelijk weer veilig met de voetjes op de begane grond. Nog wat op net strand gelegen en bij het ballenrestaurant gegeten ( je bestelt, afijn, ga ik niet gedetailleerd uit leggen, maar balletjes dus). Nu ligt Miek al te slapen terwijl ik de laatste regels typ. Morgen naar Waitomo, waar we de beroemde grotten gaan bezoeken. Dan gaan we nog door naar Lake Taupo, waar we nog wat gaan fietsen en hopelijk kanoen, en dan naar Auckland waar we onze trouwe vierwieler in moeten leveren! De laatste update zal daar waarschijnlijk vandaan komen, of wellicht onderweg maar huis.

Groeten, liefs, Miek en Casper



Nelson

Dag allemaal,

We eindigden het vorige verhaal in mineur, nl de aanslag in Christchurch. Inmiddels wat Nieuw Zeelanders gesproken en de impact is echt enorm, het hele land is een soort van gedeprimeerd. Toch zijn er ook mooie dingen: overal steunbetuigingen, inzamelingsacties, oproepen tot respect en verdraagzaamheid en overal de kern uit de toespraak van de premier: "We are one".

Toch ook gewoon verder met onze reis en dit verslag, wij waren op weg naar de Milford track. Van deze track wordt gezegd dat je als je geluk hebt 2 dagen redelijk weer hebt en 2 dagen regen, normaal is 1 dag redelijk weer en drie dagen regen, en heel vaak loop je gewoon vier dagen in de regen. Spoiler alert: wij hadden vier dagen mooi weer! Dat was tot nu toe dit seizoen nog maar 1 keer eerder voorgekomen, dus redelijk uniek!. De tocht zelf was prachtig. Je start met een groep vanaf de boot en slaapt vervolgens allemaal in dezelfde hutten (verplicht). De tocht kan ook maar in 1 richting gelopen worden. Hierdoor zit je dus drie nachten met dezelfde mensen in een hut, wat een soort vebroedering geeft, je leert elkaar een beetje kennen. De eerste dag start je met een mooie boottocht over lake Te Anau naar het startpunt van de track. Het is een hele korte eerste wandeletappe van nog geen twee uur over vlak terrein door het bos langs een rivier. We waren als eerste bij de hut en konden lekker ons eigen bed kiezen. Ruime hut en ook mooi en schoon. Voor de oudjes (oa wij) waren er stoelen met rugleuningen. We dachten even lekker buiten te gaan zitten maar toen bleek dat de kleur van Miek haar shirt en de geur van Miek haar deo beiden een onweerstaanbare aantrekkingskracht hadden. Dat wist ik al, maar de bijen uit het park nu ook! Binnen de kortste keren had Miek drie bijensteken onder haar ene arm. Snel weer naar binnen, waar ik gelukkig kon constateren dat ze niet allergisch is voor bijensteken :-). De ranger had een natuurwandeling rond de hut die erg interessant was. Zo aten we zo van de boom een blad, dat peperblad bleek te zijn en dus heel scherp (vond de ranger grappiger dan de deelnemers), vonden we bessen die geneeskrachtig en giftig waren tegelijk, bladeren waar je touw van kan maken en nog wat van die dingen. Erg leuk! De volgende dag een zwaardere etappe met een stijging van zo'n 600 meter aan het eind van 18 km lopen. De volgende dag ging de stijging nog wat verder naar de McKinnon pas, waar een shelter op de pas stond met een gasstelletje, dus iedereen kon daar een kopje thee of koffie maken. Dat kwam goed uit, want op de pas was het bewolkt toen we aankwamen, maar na een pauze in deze shelter trok de bewolking weg en hadden we prachtig uitzicht op het nieuwe dal dat voor ons lag. Via de hoogste waterval van Nieuw Zeeland ( echt wel spectaculair) naar de nieuwe hut. Onderweg kwamen we nog een Japanse tegen, die vroeg of wij van haar groep waren. Dat waren we niet, waarop ze zei: "O, dan ben ik mijn groep kwijt". Ze zou lunchen met haar groep in de shelter waar wij ook waren geweest, maar die was ze voorbij gelopen (een enorm ding waar wel 40 man in kunnen, vlak langs het pad...!) Nu was ze al een uurtje verder en 500 meter lager..... Vreemde mensen heb je toch. De laatste etappe was een vlakke, maar lange tocht (bijna 18 km) waarbij ik tot genoegen van Miek nog even aan zette, in de hoop een boot eerder te halen. We eindigden namelijk met een kort boottochtje om de Milford Sound over te steken naar de weg waar we met de bus terug zouden gaan. Prachtig slot want de Milford Sound met Mitre peak is prachtig, zeker met dit mooie weer! Die eerdere boot haalden we niet (voor niets gehaast dus) maar onze gewone boot wel. Moe maar voldaan met de bus terug en naar ons motel. Weer heerlijk douchen en lekker eten, dat is toch iedere keer een fijne beloning!

De volgende dag via Arrowtown naar Wanaka. Arrowtown is een oud goudzoekers stadje, waar nog veel van over is. Beetje toeristisch maar erg de moeite waard. Daarna naar Wanaka, wat heel mooi gelegen is aan een meer. Fish en chips gekocht en op het strand aan het meer opgegeten, volgens sommigen is dat het echte Nieuw Zeelandse leven.Nou, dat is niet slecht!

Vanuit Wanaka gingen we naar de West coast. Dat is zeg maar het ruige deel van Nieuw Zeeland. Ruig omdat hier de westenwind over de oceaan aan land komt en direct tegen een bergrug aanloopt, dus veel wind, veel regen, vanwege de zuidelijke ligging ook wat kouder en er zijn pas laat in de 20e eeuw een paar goede wegen over de passen aangelegd. Kortom: echt iets voor ons! Wij gingen over de Haast pas (ja, daar kun je veel leuke grappen over maken) naar, hoe kan het ook anders, Haast. Daar aten we in het enige restaurant, waar ook de hele lokale bevolking komt eten en drinken, dus veel vissers, boeren en jagers naast de paar toeristen. Bij het eten kregen we lootjes, want er was een soort trekking waarbij je een kaart moest kiezen als je bonnetje het numeer had dat werd geroepen, maar we wisten niet wie er wanneer iets zou roepen.... Afijn, bij het afrekenen vroegen we hoe het met de loterij zat en toen bleek dat de trekking al lang geweest was, de lootjes weg konden en een local 20 dollar had gewonnen. Prima toch? Wel veel lol gehad om en met alle bijzondere mensen om ons heen. Het is echt de plek waar iedereen elkaar ontmoet na een dag hard werken op het land, een dag vissen of jagen. En dan wordt er gedronken, gegeten, gelachen en worden er stoere verhalen vertelt, mooi!

De volgende dag even in zuidelijke richting naar Jackson bay, het zuidelijkste puntje van de westkust waar je via de gewone weg kon komen. Sandfly city kun je wel zeggen want toen we de auto uitkwamen werden we werkelijk besprongen door wolken sandflies. Blijkt dat Jackson bay daar bekend om staat..... Even naar een strandje gelopen, maar direct weer terug de auto in. Ondanks wolken repellent niet te doen gewoon!

Doorgereden naar Fox glacier, om een meertje gelopen en verder naar Frans Jozeph. Ja, zo heet dat plaatsje nou eenmaal. Naar Frans Jozeph Haast, van die pas ja. Maar Haast bestond al, dus hebben ze dit plaatsje Frans Jozeph genoemd. Belangrijker is dat hier de gletsjer met dezelfde naam naar beneden krult en via een leuke wandeling kun je tot dicht bij de voet van de gletsjer komen. Mooi en toch weer indrukwekkend hoe enorm zo'n gletsjer dan is, al was hij de laatste jaren enorm gekrompen!

De volgende dag naar Hokitika, daar heeft Abba nog eens een liedje over gemaakt. Een heel mooi strand maar vooral gewoon een tussenstop. Voor Hokitika nog bij Ross geweest, waar je een trail kon volgen langs allerlei goudzoekers attributen (een hutje, een oude mijnschacht, buizen om water te vervoeren waarmee de grond omgespoeld werd en de begraafplaats van de eerste pioniers en goudzoekers die daar zijn omgekomen.

Op naar de volgende attraktie, de Pancake rocks. Erg toeristische maar toch ook wel mooie rotsformaties die met een beetje fantasie doen denken aan opgestapelde pannenkoeken. Toerbussen vol worden hier uitgeladen, waarbij sommigen meer geinteresseerd zijn in hun mobieltjes dan in weer een bezienswaardigheid waar ze de bus voor uit moeten.... Nog een wandelingetje gemaakt naar een plek waar we zeehonden konden zien. Een enorme kolonie met veel jonge zeehondjes wat heel schattig is, vooral als ze aan het zwemmen zijn maar ook als ze tegen de rotsen omhoog hobbelen. Veel regen onderweg naar St Arnaud, waar we een dagje zouden blijven om bij de Nelson lakes wat te gaan lopen. In St Arnaud aangekomen kwam het echt met bakken uit de hemel. Miek zag op internet dat ditzelfde slechte weer in Frans Jozeph de brug had weggespoeld! Wat een geluk dat we daar langs waren! Anders hadden we een dag of drie om moeten rijden, terug via Haast pas en Queenstown. Dat hoefden we dus gelukkig niet, en toen de regen de volgende dag voorbij was hebben we mooi langs het meer gelopen. Lekker gegeten bij het motel, want er was geen winkel en geenFish and chips!

Morgen zal ik nog een stuk toevoegen over de Abel Tasman track, onze laatste Great Walk. En de spelfouten er uit halen :-) Nu ga ik slapen. Tot morgen!


Nieuwe fotos onder “Te Anau”

Lieve allemaal,

We weten niet of jullie automatisch een bericht krijgen, zou wel moeten, maar onder het fotokopje “Te Anau” hebben we veel nieuwe fotos geplaatst!

Liefs, Miek en Casper

Te Anau

Dag allemaal,

Daar zijn we (eindelijk) weer met een update! Waar waren we ook alweer gebleven? O ja, we gingen naar Queenstown voor de Routeburn track. Queenstown vonden we niet echt een leuke stad. Druk, veel jongeren die naar Queenstown gaan om te feesten of een van de wildere activiteiten te doen: bungeejumpen, ziplinen, jetboat varen, raften, downhill mountainbiken, etc. Wij zijn niet van die adrenaline junks, en dan is het vooral lawaaierig en druk. We hadden wat moeite om de auto voor langere tijd te parkeren omdat Queenstown een streng parkeerbeleid heeft, maar uiteindelijk in een buitenwijk een plek gevonden en 's ochtends om 5.30 uur op om naar de bus te gaan die ons naar het begin van de track zou brengen. Mooi op tijd vertrokken, en 4 uur later afgeleverd bij "the Divide" waar we begonnen met lopen. Helaas veel bewolking op de eerste dag, waardoor we af en toe een flard van de bergwand tegenover ons hadden maar verder weinig uitzicht. Bij de waterval waar we onderweg langs kwamen was het zicht even wat beter, dus die hebben we goed kunnen zien. Bij de hut aangekomen helaas slecht nieuws: een weerswaarschuwing voor de volgende dag: hevige regen en stormachtige wind ( voorspelling 110 km/u op de pas). Zenuwachtige mensen in de hut of we de volgende dag wel op pad zouden kunnen en ook de ranger gaf geen duidelijkheid: kijk zelf wat je aan kan en besluit wat je wilt doen. Wij besloten op pad te gaan en het weer was inderdaadbehoorlijk slecht. Gelukkig viel de wind op de pas ons mee (we zijn ook wel wat gewend) maar de regen was behoorlijk heftig. Daar helpt geen waterproof kleding tegen dus na een uurtje of wat waren we volledig doorweekt van onderbroek tot sokken en van binnenzooltjes tot loopshirt. En van de prachtige omgeving niet veel te ontwaren helaas, behalve soms een dichtbij gelegen meertje of veld "Tussock". Een stukje met kabels en wat smalle richels bleken goed te doen met de wind (het helpt dan dat je ook geen uitzicht naar beneden hebt...). Bij de volgende hut aangekomen alle kleding uit, afdrogen en droge kleren aan (de spullen in de rugzakken hadden we uiteraard goed ingepakt). Vervolgens zie je iedereen een voor een doorweekt binnenkomen en alles te drogen hangen wat wel weer een leuke sfeer in de hut geeft, ellende verbroedert! Gekookt en vroeg naar de bunks in de wetenschap de volgende dag weer heerlijk in de natte schoenen te mogen stappen, want die waren zo doorweekt dat ze niet in een nachtje weer droog zouden zijn. Maar ook met een goede weersvoorspelling voor de volgende dag! En die voorspelling kwam uit, want de laatste dag hebben we prachtig gelopen en genoten van de bergzichten, de "routeburn flats" ( nee, geen hoge gebouwen...) en de rivier met diverse watervalletjes. Prachtig besluit van toch een mooie tocht.

Daarna naar Kingston, omdat we niet een extra nacht in Queenstown wilden blijven. Wat er in Kingston te doen is: reggae, rum, Bob Marley, joints, voetbal.... Maar in dit Kingston helemaal niets. Zelfs de koffie in het enige restaurant was niet echt best. Kleine wandeling langs het meer gemaakt, maar dat pad liep ook al dood... Alhoewel... Op de terugweg werden we plots ingehaald door een Quad met daarop vier mannen. Waar kwamen die vandaan? Bodywarmers, kaplaarzen, geweren, drie honden en een dood wild zwijn op de voorkant. Nogal rauwdauwers vergelekenmet ons, watjes. Lekker geslapen in het holiday park, dat eigenlijk ook best een opknapbeurtje kon gebruiken. Ach ja, soms moet je even ergens overnachten om verder te komen. Rare plaats dat Kingston.....

De volgende dag naar Te Anau. En het is gek, maar bij sommige plekken heb je meteen een prettig gevoel. Dat was ook zo bij Te Anau. Hoewel best toeristisch was het rustig, leuke koffietentjes met lekkere taart, restaurantjes en vriendelijke mensen. Nou moet ik zeggen dat je die in heel Nieuw Zeeland hebt, want over het algemeen zijn de Kiwis zeer vriendelijk, behulpzaam en gewoon aardig. En een beetje conservatief, maar dat heeft ook wel weer wat.

In Te Anau naar het DOC visitor center waar we ons moesten melden voor alweer de volgende trip, de Kepler track. Mooie zonsondergang, lekker uit eten geweest en een mooi holiday park waar we trouwens ook maar eens de was hebben gedaan. En ja, dat was best nodig...

We konden naar het begin van de track met de auto, dus dat was lekker makkelijk, en vervolgens pittig klimmen naar de 800 meter hoger gelegen Luxmore hut. Prachtig uitzicht vanuit de hut over lake Te Anau. We bezochten ook nog de luxmore cave die vlak bij de hut lag. Best wel mooie grot, waar je zo'n 100 meter in kon zonder al te veel gedoe (wel spannend hoor). Daarna kon je nog verder maar dan moest je al kruipen en door allerlei bochtjes wringen,niet echt iets voor ons.... Mooie rotsformaties, stalagtieten en mieten, druipsteen en kalkafzettingen.

De ranger had 's avonds echter minder goed nieuws: het zou de volgende dag slecht weer worden met regen, harde wind en kans op onweer. Maar dat zou in de ochtend beginnen en in de middag weer afzwakken. Dus iedereen vragen: " moeten we dan 's ochtends heel vroeg vertrekken of juist wachten en tegen de middag vertrekken?" "Ja precies, dat zijn de opties" was het antwoord van de ranger. Wij besloten te wachten, maar toen we de volgende ochtend vroeg zo'n 80% procent van de hut zagen vertrekken (het was nog droog) vroegen we ons ernstig af of we wel de juiste beslissing hadden genomen. Rond 9-10 uur begon het echter flink te waaien en te regenen ( de early birds waren toen 2 a 3 uur op pad) en wij gooiden nog een dobbeltje in de hut. Om 12 uur leek het wat minder te worden met de regen en om 12.30 waagden wij het er op. Een klein buitje nog, en vlak na de pas waar we over moesten klaarde het op: prachtige uitzichten, schitterende dalen, rivieren, watervallen, vergezichten over de toppen rondom, kortom fantastisch. Een van de mooiste wandelingen die we gemaakt hebben! Bij aankomst in de volgende hut zagen we allemaal natte kleding te drogen hangen, schoenen rondom het vuur en jaloerse mensen die ons helemaal droog en in korte broek en t shirt binnen zagen komen. "Hebben jullie uitzichten gehad?" vroegen ze. Ja, wij wel deze keer. We zagen wat fotos uit de mist en regen van anderenen toen lieten we onze fotos zien. "Jullie hebben een totaal andere wandeling gedaan dan wij, we zijn wel een beetje jaloers" was de reactie. Soms zit het tegen, maar gelukkig zit het soms ook mee! We waren overigens wel behoorlijk moe, na een afdaling van bijna 1000 meter en bijna 6 uur lopen. Na de huttalk met erg leuke verhalen van de ranger deze keer gaan slapen.

De volgende dag een vrij lange etappe (16 km) met twee klimmetjes, wat in het begin prima gaat maar met die zware rugzak op je rug aan het eind toch wel pittig wordt. Veel in het bos, tussen de bomen dus, wat de uitzichten wat minder maakt. Maar de volgende hut lag aan een meer, dus daar hadden we weer weidse uitzichten en een prachtige zonsondergang. Ook heel veel zandvliegen trouwens. Dat was op deze tocht trouwens veel heftiger dan op de vorige tochten. Die zandvliegen zijn eigenlijk geen vliegen, maar meer vlooien. Ze bijten zonder dat je het echt door hebt, zitten overal, en zijn overdag actief itt tot muggen. De beten zijn vreselijk: het jeukt verschrikkelijk, 10 x erger dan een flinke muggenbult, en het duurt ook langer voordat het niet meer jeukt. Veel mensen met wondjes van het krabben dus, en veel irritatie als je buiten zit. Gelukkig is er redding: Bushmen! Een of andere repellent die wonderwel werkt tegen deze gemene bijterds en waar we dus veelvuldig gebruik van maken.

De laatste etappe was vrij vlak, veel door het bos langs de rivier en vooral stoempen. Je bent dan best moe na vier dagen pittig lopen met volle bepakking en slechte nachten in bunkbeds in volle hutten zonder douche, dus lekker ook weer toen we bij de car park aankwamen. Mooie tocht met prachtige uitzichten, de topper tot nu toe!

Terug in Te Anau heerlijk gedouched (dat is dan echt een traktatie) goede koffie (ook een traktatie na alle oploskoffie) en schone kleren (idem). Nog een leuke documentaire gezien over fiordland in de plaatselijke bioscoop en nu langzaam aan het voorbereiden op de volgende tocht die op het programma staat: de Milford track. Daar gaan we morgen mee starten.

Het uploaden van nieuwe foto's gaat helaas met de wifi van ons motel niet lukken, we proberen het nog elders, maar anders over een dag of drie.

Liefs allemaal, Miek en Casper

Ps: Helaas kregen we ook het tragische nieuws van de aanslag in Christchurch te horen toen we weer in de bewoonde wereld waren. Tragisch en bizar en iets wat je in Nieuw Zeeland helemaal niet verwacht. Hoewel we als toeristen lang niet alles meekrijgen lijken er geen enorme spanningen te zijn tussen autochtone bewoners en moslims of grote problemen met de accepatie van nieuwe moslim inwoners, zoals dat in Europa soms wel het geval lijkt. De omvang van de moslimgemeenschap is ook vrij beperkt in Nieuw Zeeland. En uitgerekend hier zo'n aanslag. Afschuwelijk.


Invercargill

Dag lieve volgers,

Het is aleen tijd geleden en we hebben weer veel meegemaakt en gezien, dus de hoogste tijd voor een update!

We waren gebleven in Mount Cook village, waar Caspers moeder ooit nog overheen vloog. Wij zijn aan de grond gebleven maar hadden met het mooie weer echt prachtig uitzicht op de bergen. Maar we gingen verder naar Oamaru. Een tussenstop onderweg naar Dunedin, en de beste plek om pinquins te kijken volgens ons reishandboek. Die plek bleek alleen heel commercieel te zijn, met voedertijden en een tribune met grote spotlights waar je de pinquins 's avonds aan land kon zien gaan. En dat tegen forse betaling uiteraard. Daar waren we te Nederlands voor, dus geprobeerd op het strand spontaan een pinquin te spotten. Die zagen we niet, maar wel een mooie zeeleeuw die op verzoek even rechtop ging zitten voor de foto, maar vervolgens dodelijk vermoeid doorging met lekker niks liggen doen. In het centrum van Oamaru hadden ze nog wat "oude, historische" gebouwen. Wij europeanen moeten er een beetje om lachen, want die gebouwen zijn van rond 1880-1900 en dat vinden wij natuurlijk helemaal niet oud! Maar wel leuk sfeervol, met allerlei alternatieve winkels en theehuizen, gezellig!

De volgende dag onderweg naar Dunedin, maar daar kan je niet met goed fatsoen heen zonder de Moeraki boulders te hebben gezien. Wat dat zijn? Nou, een paar hele grote ronde keien in zee. Dat klinkt niet heel bijzonder en dat is het ook niet. Toch weten ze daar een aardige toeristische attractie van te maken, met een eettentje en uitzicht terrassen en zo. En alle toerbussen stoppen er! De keien op zich zijn wel apart hoor en fotogeniek, maar we hebben ook wel gelachen om de entourage.

Dunedin kwam er aan, bochtige wegen en een beetje regen, dus Miek aan het stuur.... In Dunedin waren we vooral om een ritje te gaan maken met de Taieri Gorge Railway. Best een grote stad, met een grote kathedraal (1973), een leuk plein (het octagon) en weer een prima onderkomen. Het station van Dunedin is het meest gefotografeerde gebouw van Nieuw Zeeland en inderdaad mooi en apart!

Onze treinreis had een hoog "rail away" gehalte: redelijk wat ouderen, enkele echte treinenthousiasten en veel toeristen die wel eens wat anders wilden dan in de auto zitten. Maar de rit was prachtig! Onderweg wat uitleg van de treinmanager en de kloof waar we doorheen kwamen was schitterend. Ook de oude bruggen van soms meer dan 120 meter hoog en de oude wagons droegen bij aan de belevenis.

Na deze rit gingen we nog naar het Otago Peninsula, een schiereiland achter Dunedin. Daar kon je mogelijk ook pinquins zien, en zeehonden en zeeleeuwen en albatrossen. Maar ook hier moest je voor de Albatros en Pinquin colony toegang betalen. Maar we hadden al gelezen dat je de Albatrossen ook vanaf andere plekken goed kon zien en dat was ook zo. Tjemig, wat zijn die vogels groot! Heel anders dan "onze" albatros in Nederland. Het ging dan ook om de Royal Albatros, met een spanwijdte van wel 3 meter! Mooi gezicht om ze te zien vliegen/zweven. Daarna nog naar een uitzichtpunt om te kijken naar zeehonden en zeeleeuwen. Heel leuk om van zo dichtbij te kunnen zien. Helaas geen glimp van pinquins kunnen zien. Tenslotte bij Dunedin nog een mooie wandeling gemaakt door een natuurreservaat, waar we een boswachter aantroffen met een dode "Possum". Die worden hier gehaat, omdat ze uitheems zijn en alle inheemse dieren opvreten. Hij had een flink exemplaar bij zijn achterpoten, zeker wel een meter lang. Mooie vacht, maar enge scherpe tanden. Die possums liggen veel doodgereden langs de weg en dan zitten er vaak roofvogels bij. Mooi als je met de auto aan komt rijden en ze vlak voor je opvliegen, je kan ze dan heel goed zien! Behalve die keer dat er eentje opvloog met een sliert darmen in zijn bek die bijna over onze voorruit sleepten, dat was iets minder mooi om van zo dichtbij te bekijken..... Naast de boswachter met possum nog een zeeleeuw op het strand gezien, en een paar lepelaars.

De volgende dag zou een drukke worden. Van Dunedin naar Invercargill via de "scenic drive" Dus niet via de snelweg (wat hier overigens een tweebaansweg is waar je in Nederland hooguit 50 zou mogen rijden) maar buitenom langs een aantal bezienswaardigheden. De eerste bezienswaardigheid was Tunnel beach. Een strand met toegang via een geheime tunnel, zodat de eigenaar een mooi eigen privestrand had. Prachtig verborgen strand met hele mooie hoge rotsen er omheen, een heuse bezienswaardigheid! Dat beloofde veel goeds voor de dag. Daarna door naar een lighthouse. In eerste instantie kwamen we aan en was er niet zoveel te doen. Totdat we de verrekijkers erbij pakten en er tientallen zeehonden, zeeleeuwen en een paar zeeolifanten beneden op de rotsen lagen. Wat een goede schutkleur hebben die beesten! We zijn er van overtuigd dat mensen zonder verrekijker deze dieren helemaal niet gezien hebben, terwijl het er echt heel veel waren! Helaas geen pinquins.... En door ging het, naar de meest gefotografeerde watervallen van Nieuw Zeeland (volgens ons boek). Dat moet dan zijn omdat ze zo makkelijk te bereiken zijn want wij vonden het zeker niet de mooiste of spectalurairste. Dus door maar weer. We kwamen langs Cathedral Coves. Grotten die alleen met Eb toegankelijk waren. Maar het was al wat later, en we moesten er een stukkie voor omrijden, en dat was een gravel road..... Uiteindelijk toch gedaan en zeer de moeite waard! Twee enorme grotten die door de zee uitgebeukt zijn en aan het eind met elkaar verbonden waren. Je kon dus de ene grot inlopen en er bij de andere weer uit. Hoge grotten en wel 140 meter diep, mooi gezicht! Toen nog naar een strand waar we pinquins zouden kunnen zien. Het was al wat later ( dat vergroot de kans) en dit keer alleen een vrijwilliger met een touw dus geen toegang, tribune of wat dan ook. Maar na 25 minuten wachten werd het toch wat koud, en ze komen niet op bestelling, dus toch maar weer verder. Miek nam het rijden nog een stuk over en uiteindelijk behoorlijk moe in Invercargill aangekomen. Nog even boodschappen gedaan en gekookt en gaan slapen.

Maar niet te lang, want we moesten alweer door. We hadden bedacht dat we toch naar Stewart Island zouden gaan, hoewel we dat eerst niet van plan waren. Kost toch weer tijd met de boot heen en weer en zo. Maar besloten toch te gaan ondanks het feit dat we alleen nog maar terecht konden in de "backpackers". Dat is een soort jongerenhostel waar we toen we wat jonger waren en op reis gingen graag en veel in hebben verbleven, maar nu je wat ouder bent zijn gemeenschappelijke douche en wc, een gedeelde keuken en lounge en veel jongeren niet meer echt waar je naar op zoek bent, maar er was niks anders meer. Een gezellig kamertje geboekt en een avond fish n chips gegeten en een avond uit eten geweest, dan merk je er verder weinig van :-)

Op Stewart Island een aantal mooie wandelingen gemaakt. Wel jammer dat je vaak een deel over de weg moest lopen, maar het eiland is maar beperkt in gebruik (de rest is Nationaal Park) dus alles gaat vanuit 1 plaats (Oban). De overtocht met de ferry was maar een uur, maar de deining behoorlijk! Het heet hier niet voor niks de "roaring fourties". Omdat Miek zo houd van misselijk worden op een boot zijn we ook nog overgestoken naar een nog kleiner eiland, Ulva. Daar hebben ze de uitheemse vijanden uitgeroeid zodat er heel veel inheemse vogels zitten (enkele geherintroduceerd nadat ze eerst verdreven waren). Heel veel mooie vogels gezien en gehoord, geweldig wat een kabaal in het woud! Helaas was ondertussen de wind behoorlijk aangewakkerd en moesten we met een heel klein bootje terug... Arme Miek! Het bootje stampte en rolde behoorlijk en klapte soms hard op de golven, maar Miek gaf geen krimp! Mooi uitstapje, dat we besloten met een lekker wijntje en eten. De volgende dag met de grotere ferry terug naar Invercargill (via Bluff, de haven) en nu weer in een motel. Die zijn vrij standaard met douche, wc, een klein keukentje en aardig comfortabel voor niet teveel geld. Morgen naar Queenstown, waar we ons klaar gaan maken voor de derde "great walk": de Routeburn track. Dat is een kortere track (drie dagen, twee nachten) maar moet volgens velen een van de, zoniet de, mooiste wandeling van Nieuw Zeeland zijn. We hebben er zin in! Tot een volgende keer!

Liefs, C & A

Kaiapoi (bij Christchurch)

We zitten vandaag en morgen in een heerlijk B&B, met goede WiFi, ligbad, buitenterras en tuin, aardige eigenaars en ontbijt morgen! Net meet een glaasje wijn in de tuin gezeten tot het donker werd, om nog maar even te genieten van de avondkoelte. Overdag is het erg warm!

We waren gebleven in Palmerston North. We hadden onze verbazing uitgespren over dat North, maar inmiddels weten we meer: op het zuidereiland is ook een Palmerston. En hoewel dit plaatsje veel kleiner is, was het wel het eerste Palmerston en weigerde het zijn naam op te geven. Toen moest het grotere Palmerston met grote tegenzin North toevoegen. Alles beter dan Palmerston 2nd....

Vanuit Palmerston (North dus....) naar Wellington, en dan zit je wel weer middenin de grote stad. In een soort flat met binnentuin. Wel alles er in wat we nodig hadden, maar warm, beetje lawaaiig en ja, stads dus. In Wellington daarom ook maar allerlei stadse tripjes gedaan: een leuke wandeling langs de Queens wharf, een gezellige buurt langs de haven met eettentjes, cafeetjes, parkjes en boulevards. Wellington is de "coffee capital", dus overal heerlijke cappuccinos. In onze flat zelf gekookt.

De volgende dag de klassieke rit met de cable car gemaakt. Dat viel een beetje tegen: lang in de rij voor een ritje van 4 minuten die grotendeels door tunnels gaat, dus weinig uitzicht. Het kost ook bijna niks, dus dat scheelt! Boven een heel duur koffietentje met veel groepen uit de cruiseschepen, maar daar wel een mooi uitzicht. Door de botanical gardens naar beneden geloen en in het rozenprieel gelunched. Leuk, lekker en gezellig daar. Vervolgens naar het museum Te Papa. Heel groot museum dat gratis toegankelijk is! De collectie is alleen heel divers en wat warrig uitgestald: de geschiedenis van de Maoris en nieuwkomers liep door een kleurententoonstelling (die groene foto) een expositie over de slag bij Gallipoli en een tentoonstelling over vrouwenrechten, naast een extra expositie over de terracottalegers uit China en wat informatie over de vulkanen en natuur in Nieuw Zeeland. Te groot en te veel, dus met zere voeten aan een biertje. Langs Cuba street gelopen, waar je veel verschillende eettentjes hebt, maar eigenlijk te moe om nog uit eten te gaan. In onze flat weer gekookt en gegeten, en de oversteek naar Picton een beetje bekeken.

De volgende ochtend nog even Wellington in, lekker koffie gedronken in Cuba street en op een bankje een beetje naar de mensen gekeken. Daarna de auto opgehaald en naar de veerboot gereden: Wat een enorm schip, en luxe, o nee, dat was een cruiseschip, onze veerboot lag er achter. Hoewel ook enorm en best luxe viel hij wel in het niet bij dat enorme cruiseschip. Na enig wachten ging het boarden heel vlot en was de oversteek heel kalm met mooi weer. Prachtige uitzichten op het Queen Charlotte fjord waar we doorheen voeren richting Picton. Daar gingen we weer van de boot en na een kort ritje naar onze volgende overnachtingsadres vlak buiten Picton. Weer een leuk adresje. Lekker gegeten bij het jachthaventje. Jammer dat een paar russen 's avonds laat luidruchtig aankwamen en 's ochtends vroeg weggingen maar wel al het ontbijt voor alle gasten hadden opgegeten! Excuses van de eigenaren, maar die konden daar natuurlijk ook niet veel aan doen.

En verder ging de reis alweer, in de richting van Kaikoura. Beetje een raar plaatsje. Je denkt dat het alles in zich heeft om een leuke kustplaats te zijn, maar er wordt weinig van gemaakt. In een tamelijk afgeleefd hotelletje aangekomen en de rondwandeling om de kaap gemaakt. Dat was wel weer heel erg leuk en verrassend, omdat er een grote kolonie "fur seals" te bewonderen was. Pelsrobben, op nog geen 10 meter afstand, gewoon in de natuur. Een tijdje bij de robben op een rots gezeten en toen maar weer doorgelopen, maar wat mooi was dat! De hele wandeling was prachtig met mooie uitzichten over de baai. Lekker gegeten in het restaurant van het hotel (ze moeten het duidelijk van het restaurant hebben: heerlijk gegeten! Aparte dingen ook: Whitebait (heel jonge vis in soort gefrituurd jasje) Abalone (zeeoor, best lekker!) en zeewier. Daarnaast ook kabeljauw en zalm en groene mosselen, een goed gevulde seaplatter! De volgende ochtend ontbeten op de veranda van het hotel met uitzicht over de baai, dat was weer prachtig!

Vanuit Kaikoura daarna naar Hanmer Springs. De naam verklapt het al: bronnen! Vroeger dacht men geneeskrachtig, maar vandaag de dag gewoon allerlei baden (bubbelbaden, rotsbaden, zwembad, zwavelbad, warme baden. Na een relaxte wandeling zijn wij ook de baden ingegaan, heerlijk even ontspannen en onze voeten wat rust gunnen. Enorm ijsje gegeten (ijsje is dan niet goed eigenlijk, IJs!) en ondertussen hebben we steeds prachtige uitzichten op de valleien, bergen, bossen, vlaktes het is hier echt prachtig!

Vanuit Hanmer Springs naar Kaiapoi gegaan. Vooral gekozen omdat we niet weten of we wel naar Christchurch willen. Dit ligt er vlak bij en lekker aan het strand. Daar hebben we vanmiddag dus gezeten. Weliswaar stonden we bij het vissersstrand (veel hengels en starende mannen, fourwheel drives op het strand) maar na een tijdje lopen waren we weer de enigen. Na het strand naar onze B&B waar we heel hartelijk onvangen werden met ginger beer en crackertjes met kaas, wat aardig! In het dorp teppanyaki gegeten en in de supermarkt een fles lokale wijn gekocht, want we zitten nog steeds in een prima wijnstreek! In de tuin net dus lekker een wijntje gedronken en nu weer een update geschreven. Over een paar dagen naar Mount Cook, dan Dunedin en ws Invercargill, en dan gaan we weer wat trektochten lopen bij Queenstown (Routeburn track) en Te Anau (Keppler track en Milford track). Tot later!

Groeten, Miek en Casper

Palmerston North

Dag allemaal,

Een beetje chagrijnig begin van deze update: was net drie kwartier aan het typen toen de batterij van de Ipad leeg was en het hele verhaal weg was.... Jammer! Dus nu nog maar een keer...

In Napier gingen we een wine tasting doen. Een toertje geboekt bij de I-Site (vvv) en met twee aardige Nieuw Zeelanders en onze gids op pad. Een toertje langs vier wijngaarden, waarbij we bij elke wijngaard 4 a 5 wijnen te proeven kregen. Dat proeven ging in een rap tempo. En hoewel de hoeveelheden per wijn klein waren (2 - 3 slokjes) liep dat tegen het eind van de middag best op... Maar daarom hadden we ook een toertje geboekt ipv met de eigen auto. Nog een lekker tapas plankje erbij, en met de uitleg van de verschillende wijnmakers een hele interessante, lekkere en relaxte dag na de inspanningen van de eerste tocht, heerlijk!

De volgende dag gingen we in de richting van Tongariro National Park, waar we onze tweede Great Walk zouden gaan lopen. We vertrokken in de richting van Hastings waar we naar een van de grootste farmers markets van Nieuw Zeeland gingen. Enorm veel autos op een groot parkeerterrein en daarna op een soort festivalterrein met muziek, plekjes om te zitten en heel veel standjes met lokale producten: veel fruit, zelfgemaakte worst, zelfgebakken taarten, kruidenplanten, honing etc. Een hele leuke, beetje alternatieve sfeer. Van een oorspronkelijk Duitse kochten we een lekker brood voor tijdens de trekking, en daarna nog een fresh brew koffie ( wachttijd 25 minuten, maar dan had je ook echt heel lekkere koffie!).

Daarna doorgereden naar Tongariro national park. Miek reed, dus via kronkelige bergweggetjes dwars door het midden van Noorder eiland, hele mooie weg! Onderweg nog hele vieze vieze koffie gedronken langs de highway (wachttijd 0,3 minuten, dat dan weer wel) en daarna naar ons onderkomen bij het park in de buurt. Mooie vergezichten naar de vulkanen in het park, en een heerlijk onderkomen. Direct bijgeboekt voor de nacht na onze tocht. Lekker gegeten en daarna alles om- over en ingepakt. Van de koffer naar de rugzak, van de rugzak naar de kofferbak, van het kleine rugzakje naar de afvalbak en van de kofferbak in de rugzak, net zolang totdat we alles gepakt hadden voor onze tweede great walk: het Northern circuit in Tongariro, die vier dagen (drie overnachtingen in basic hutten) zou duren.

De volgende dag vroeg op pad, met de auto naar Whakapapa village, waar we gingen starten. Ons gemeld bij het visitor centre waar we te horen kregen dat de weersverwachtingen goed waren voor de komende dagen. Daarna de auto bij lang parkeren neergezet en op pad! De eerste etappe was goed te doen: lekker weer, niet al te veel stijgen en een mooie route door het bos en later met uitzicht op de vulkanen. Bij de hut aangekomen een bunkbed uitgezocht en een dobbeltje gegooid. Helaas vloog er een dobbeslteen tussen de planken door onder de hut, maar met het nodige geduld wisten we die toch weer terug te vinden. 'S avonds hield de huttenwaard een huttalk, waarbij ze iets vertelde over de hut, zichzelf en de omgeving. Vervolgens werd aan alle gasten gevraagd ook iets over zichzelf te vertellen, waardoor het ijs wat gebroken werd. Wel bijzonder. Vervolgens vroeg naar bed omdat we de volgende dag de koningsetappe voor de boeg hadden: onze route sloot dan tijdelijk aan bij de route van de Tongariro crossing, een eendaagse tocht langs de Emerald lakes. Deze route is heel populair onder dagjesmensen, de huttenwaard wist te vertellen dat in het hoogseizoen op een mooie dag 5000(!) mensen deze tocht doen.

Wij wilden de tourgroepen voor zijn en gingen al om 7.15 uur lopen. Helaas, de eerste groepen werden al om 7.00 uur gedropt dus toen we de hut uit kwamen sloten we aan bij de mensen die op slippers en sneakers, in hemdjes en zonder verdere bepakking op pad gingen. Maar dit was toch een alpiene etappe? Het weer was nog vrij goed, hoewel het in de verte wel wat betrok. Het pad liep eerst naar het eind van de vallei, over brede paden met soms wat vlonders. Aan het eind van de vallei begon het klimmen: in eerste instantie nog met aangelegde trappen, maar hoe verder we kwamen, hoe meer het een echt pad werd. Op de eerste "tussencol" was het weer al omgeslagen: veel meer wind en het begon te regenen. Wij deden onze regenjacks aan en de hoezen over de rugzakken, maar sommige mensen van de dagtocht zag je denken: he, slecht weer? En dat pad, blijft dat zo slecht? Nou, na de tussencol ging het pad nog veel steiler omhoog, terwijl het nu echt hard waaide en regende. Sommige mensen zonder goede spullen waren zo verstandig om terug te gaan, maar er was vooral veel geklaag om ons heen dat dit niet leuk meer was. We stegen door naar een kraterrand waar het echt hard waaide en regende en op deze hoogte was het ook best koud. Veel verkleumde mensen en de grote teleurstelling: door het slechte weer was er van de beroemde Emerald lakes niets te zien! En toen moest het ergste deel nog komen: een hele steile afdaling door lavagruis, wat met die harde wind en regen een lastige onderneming was. Gelukkig kwamen toen we lager waren de meertjes wel te voorschijn. Best mooi! Helaas geen fotos in de fotobijlage omdat door de regen mijn Iphone niet wilde ontgrendelen. Wel fotos op het gewone fototoestel, maar dus helaas niet in dit verslag. Inmiddels door en doornat geregend verder afgedaald. Daar splitste de dagroute van de doorgaande route. Wat een rust! Opeens weer het hele pad voor onszelf. Verder afgedaald kwamen we in een prachtige vulkanische omgeving met mooie lavarotsformaties, spookachtige vlaktes en plotselinge waterstroompjes. Het weer begon te verbeteren en bij de volgende hut aangekomen scheen de zon. Four seasons in one day, inderdaad! Alle natte spullen te drogen gelegd en weer een bedje uitgezocht. Wat gedobbeld, een windvlaag en ja hoor: drie dobbelstenen tussen de planken door onder de hut! Maar ja, tijd genoeg en tot tevredenheid van alle andere hutbewoners de dobbelstenen na een half uurtje toch weer weten terug te halen! Nog een spectaculaire helicopterlanding naast de hut meegemaakt (alle te drogen gelegde kleren moesten naar binnen) omdat een paar technici werden ogehaald bij de hut. Die waren nodig om water uit de kreek naar de watertanks van de hut te pompen. Door de de droogte was er een tekort aan water in de hut, die het moest hebben van regenwater! 'S avonds weer een huttentalk en een prachtige zonsondergang. Wat jammer dat het weer uitgerekend bij onze crossing zo tegenzat!

Na een heerlijke nacht, waarbij er niemand 's nachts naar de wc moest, er niemand snurkte, er niet met hoofdlampjes in je gezicht werd geschenen, mijn "kussen" van opgestapelde kleren niet halverwege de nacht op de grond viel en er niemand besloot om 5.00 uur al aan zijn volgende etappe te beginnen genoten we van ons ontbijt: Porridge uit een kant en klaar zak, mjammie! Soms denk je wel eens: waar ben ik mee bezig? Maar als je dan een prachtige zonsopgang ziet, en je met heerlijk weer door een heel mooi, uniek landschap loopt denk je weer: ja, daar doe je het dus voor!

De derde nacht in de mooiste hut geslapen. Vlak bij springs waar we heerlijk fris water hebben gehaald en bij een riviertje waar we lekker in hebben gezwommen en ons hebben kunnen wassen. De laatste etappe bracht ons nog langs het lower tama lake ( het upper lake hebben we laten zitten). Een beetje uitgedroogd arriveerden we weerin Whakapapa village waar we snel wat eten en drinken kochten en toen naar ons heerlijke hotelletje met warme douche, lekkere bedden en een fijne hamburger met bier! Een geweldige tocht met enorme mooie uitzichten en landschappen. Van de ranger hoorden we trouwens nog dat er de dag van onze crossing twee mensen met onderkoelingsverschijnselen van de berg zijn gehaald......

De volgende ochtend alle spullen weer herschikt en herpakt (de tas met vieze kleren raakt nu wel erg goed gevuld...) en op weg naar Palmerston North ( North doet vermoeden dat er ook nog een ander Palmerston is, maar dat is niet zo). We reden via Feilding, waar we weer een heerlijk kneuterige farmers market bezochten en waar we naar de Salesyard gingen. De veemarkt in goed Nederlands, en dat was weer een belevenis. Enorme veemarkt met schapen, koeien en soms ook herten! Het veilen van de schapen en koeien bekeken, maar vooral ook de veeboeren en de hele entourage, geweldig om te zien. Nu in Palmerston (North dus). Een nietszeggende en best wel lelijke stad, met lekkere koffie en gebak en een mooie kamer. Morgen naar Wellington.

Tot de volgende update!

Miek en Casper.

Napier

Dag allemaal,

We waren even offline omdat er geen bereik was in het gebied waar we liepen, maar daarover later meer. We waren in Whakatane, en hebben de volgende dag inderdaad hardgelopen langs de rivier in Whakatane. 7 km, en die vielen niet mee! Maar toch gedaan, staat leuk op de Garmin app later...

Na het ontbijt een wandeling gemaakt naar Ohope, via een uitkijkpunt en een oud Maori dorp. Prachtige wandeling met mooie uitzichten over de stad, de rivier en bijna verlaten stranden. Het strand van Ohope is lang en mooi, maar als we zeven mensen gezien hebben is het veel. Met de bus terug naar Whakatane, waar we bij de Thai hebben gegeten en nog een nachtje hebben geslapen, zonder de asfalteerders voor de deur deze keer, dus heerlijk geslapen.

De volgende dag verder gereden naar Ghisborne. Niet langs de kustroute, die ook mooi moet zijn, maar via de iets kortere route door een mooie kloof met veel bochtige wegen. Gelukkig weinig verkeer, want wij rijden wat minder hard dan de meeste Nieuw Zeelanders. Links rijden, en veel bochten en bergen, en van het landschap genieten maken ons wat traag. Maar af en toe een "passing lane" of "slow vehicle bay" en iedereen kan er weer langs!

In Ghisborne langs de kust naar het centrum gelopen, boodschappen gedaan en zelf gekookt. Glaasje lokaleChardonnay erbij, daar staat deze streek bekend om, dus dan moet je wel. De volgende dag naar de "farmers market" geweest. Daar verkopen ze lokale spullen als Manuka honing en oliebollen. Wat zeg je, oliebollen? Jazeker, er stond een standje met oliebollen! Een van de dames sprak een klein beetje Nederlands, haar ouders veel beter, maar ze wist wel dat oliebollen eigenlijk alleen met oud en nieuw gegeten werden maar ze verkochten ze op de markt het hele jaar aan Nieuw Zeelanders die ze gewoon lekker vonden! Grappig!

Na de markt weer verder gereden richting Mahia. Daar hadden we via Bookings een unit in een holiday park vlak aan zee geboekt. Zag er veelbelovend uit maar viel nogal tegen: smerig, onaardige mevrouw bij de receptie, geen drinkwater, geen WiFi, geen airco of fan maar wel duur! Er was sowieso weinig te beleven in Mahia, maar we hadden een dag over en vonden een stranddagje nog wel leuk. Het was alleen niet zulk mooi weer dus besloten we na een bezoek aan het gezellige buurthuis van Mahia, waar ik op een pakje boter lijkende cheesecake at, een wandeling door het scenic reserve te maken. Een klein stukje met de auto over een gravel weg.... Die weg werd steeds hoger, steeds steiler en steeds slechter, en al wat we zagen: geen scenic reserve... Teruggereden en maar wat langs de kust gewandeld. Mooie schelpen gevonden, wat verdwaalde surfers gespot op zee en 's avonds bij het enige andere cafe van Mahia verrasend lekkere en enorm grote burgers met friet gegeten. De volgende ochtend vertrokken met het idee een hele slechte review over dit holiday park te schrijven, jakkes wat vies was het daar, en ik vind niet gauw iets heel vies...

Na Mahia gingen we op pad voor ons eerste echte avontuur: de eerste "Great walk". Dat zijn meerdaagse wandelingen die in het hoogseizoen de status "great walk" meekrijgen. Dan moet je een reservering voor de hutten onderweg hebben, zijn er wat meer faciliteiten in die hutten (meestal, niet altijd) en is er vaak een huutenwaard aanwezig. We moesten via een behoorlijk slechte gravel road naar Lake Waikaremoana rijden, waar we in een heel mooi vakantiehuisje zaten, alles spic en span, met buitenzitje en uitzicht op het meer. Wat een verschil met Mahia, maar dat hadden we na de rit ernaar toe wel verdient! Meteen maar een tochtje gelopen om er "even in te komen": 3 1/2 uur lopen naar watervallen en naar een naburig meer, door het bos. Mooie tocht, waarbij we zowaar wat andere lopers tegenkwamen. 'S avonds de rugzakken ingepakt met alles wat we voor de komende vier dagen nodig dachten te hebben: veel freeze dry eten ( van die zakken waar je kokend water bij giet, 10 minuten laten staan en je eten is klaar, best lekker en heel makkelijk), brander die we net gekocht hadden, pannetje, slaapzak, regenjas, al met al toch wel een aardige volle rugzak!

De volgende dag werden we opgehaald door het busje van het park om weggebracht te worden naar het begin van de tocht. Zelfde weg, alleen de oude dame die ons reed, reed minstens drie keer zo hard als wij over dezelfde weg. Maar zij kende dan ook iedere kuil en bocht.. We begonnen meteen met een aardige klim van ca 600 meter terwijl het behoorlijk warm weer was: zweten dus! Maar de inspanningen werden beloond met prachtige uitzichten over het meer. De hut was "basic" zeker als je de wat luxere Alpenhutten gewend bent. "Long drop" wc buiten (voor de niet kenners: dat wil zeggen een wc pot met een buis naar een container waar alles wordt opgevangen, geen doorspoelen of zo. Wel veel vliegen in het wc hok, vooral 's avonds na een warme dag een plezier om te vertoeven....). Bunk beds, dus wat rijen matrassen naast en boven elkaar. Gelukkig niet zoveel mensen in de hut, dus we konden redelijk slapen. Regenwater beschikbaar, dus koken en koffie en thee geen probleem. De volgende dag een makkelijke wandeldag en aankomst in een wat mooiere hut, prachtig gelegen aan het meer. Lekker gezommen en geluierd. Dat werd wel een beetje lang luieren, want doordat we er al vroeg waren en weinig aan vertier hadden meegenomen was er niet meer te doen dan een beetje zitten. Volgende keer yahztee of een boek mee! Veel dierengeluiden (mn vogels) 's nachts en een prachtige sterrenhemel. De volgende dag weer een mooi gedeelte gelopen, maar het begon wel wat te regenen. Niks heftigs, dus onze lichte regenjassen hielden het prima. Bij aankomst in de hut bleek regenwater niet beschikbaar, dus moesten we water uit het meer gebruiken en eerst koken voordat we het dronken. Ging ook best. Vuur gemaakt, want het was steeds natter en kouder geworden, en dat stelden de mensendie na ons aankwamen wel op prijs. De laatste dag met een bootje opgehaald bij de hut om een stuk te passeren waar een brug was weggeslagen door slecht weer en waar we dus niet langs konden. Na deze hindernis afgezet met het bootje en verder gelopen naar de weg, waar we weer werden opgehaald. Gelukkig heeft de regen niet echt doorgezet. Terugkijkend hadden we iets meer eten mee moeten nemen en iets meer spelletjes/lezen. Het lopen was goed te doen en de tocht echt prachtig! Nog een nachtje in de mooie cabin van het holiday park en toen over dezelfde slechte weg weer terug. Onderweg bij een fijne bakkerij lekker koffie met een goede chocolade taart (Casper) en een spinazie quiche (Miek) gegeten en toen naar Napier.

Daar zitten we nu dus en hebben we vandaag een stadswandeling gemaakt langs mooie Art Deco gebouwen, waar Napier bekend om is. Morgen maar weer eens hardlopen en dan hebben we een tourtje geboektlangs diverse wijngaarden voor een winetasting. Na zoveel afzien moeten we ook een beetje relaxen toch?

Tot de volgende update! Miek en Casper.